Zorgplicht van de werkgever voor veiligheid van ervaren werknemers
4 februari 2013
Zorgplicht van de werkgever voor veiligheid van ervaren werknemers
Hoge Raad 7 december 2012, NJ 2013, 11
Essentie
Arubaanse zaak. De werkgever moet er ook op toezien dat de ervaren werknemer de juiste veiligheidsvoorschriften opvolgt.
Samenvatting
Eiser, wonend op Aruba, is op 1 augustus 2001 bij verweerder in loondienst getreden als “asbestos safety worker”. Op 2 september 2004 is eiser een dak aan het maken op 6 meter hoogte. Zijn superieuren hadden hem aangezegd om veiligheidsgordel(s) te gebruiken, maar hij wilde deze niet dragen. Door een plotselinge rukwind stoot een van de platen van 6 meter lang tegen eiser aan, waarna hij van het dak valt en ernstig rugletsel oploopt.
Eisers stelt verweerder aansprakelijk op grond van art. 7A:1614x BWA (Arubaanse versie van art. 7:658 BW). Verweerder stelt dat eiser als supervisor en leidinggevende zelf zorg had moeten dragen dat er adequate valbeschermingsmiddelen gebruikt werden en dat als een werknemer veiligheidscursussen volgt, de werkgever ervan mag uitgaan dat hij doet wat hij leert.
Het gerecht in eerste aanleg oordeelt dat verweerder niet heeft kunnen bewijzen dat er is voldaan aan de zorgplicht. In hoger beroep overweegt het Gemeenschappelijk Hof van Justitie echter, dat het te ver gaat voor verweerder om een ervaren werknemer te controleren of te laten controleren op het gebruik van de veiligheidsgordel. De vordering van eiser wordt afgewezen.
De Hoge Raad vernietigt het arrest. De zorgplicht van de werkgever jegens de werknemer eist van de werkgever dat hij niet alleen ervoor zorgt dat er veiligheidsmateriaal op de werkplek is, maar ook dat hij erop toeziet dat de werknemers het materiaal op de juiste manier gebruiken. Dat eiser een ervaren werknemer is, maakt dit niet anders, nu een werkgever ook verantwoordelijk is voor de veiligheid van ervaren werknemers en steeds rekening dient te houden met het verschijnsel dat ook die werknemers wel eens nalaten de voorzichtigheid in acht te nemen die ter voorkoming van ongelukken geraden is.
In perspectief
Bij het ontbreken van publiekrechtelijke normen (zoals Arbonormen) moet voor de vraag of de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden, worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. In het arrest Bayar/Wijnen (HR 11 november 2005, JA 2006, 11) formuleerde de Hoge Raad dit als volgt: “In dit kader is van belang (1) met welke mate van waarschijnlijkheid de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid kan worden verwacht, (2) de hoegrootheid van de kans dat daaruit ongevallen ontstaan, (3) de ernst die de gevolgen daarvan kunnen hebben en (4) de mate van bezwaarlijkheid van de te nemen veiligheidsmaatregelen.”
Onderhavig arrest geeft een nadere invulling van het eerste gezichtspunt. Bij het beantwoorden van de vraag hoe de werkgever zorg moet dragen voor de veiligheid van ervaren werknemers, kan hun kennis en ervaring weliswaar een rol spelen, maar de werkgever moet er wel op toezien dat ook de ervaren werknemer de veiligheidsvoorschriften naleeft. Vertrouwdheid met de werkzaamheden kan leiden tot routinematig handelen en daarmee tot onvoorzichtigheid.
Interessant is dat AG Spier in zijn conclusie aangeeft dat er in zijn ogen een voorlopig eindpunt is bereikt in de rechtsontwikkeling op het terrein van art. 7:658 BW. Hij pleit ervoor om in de nabije toekomst alleen tot cassatie over te gaan wanneer de feitenrechter een onmiskenbaar onjuiste maatstaf heeft gehanteerd, of de bestreden uitspraak werkelijk onbegrijpelijk is.