WIRA in werking getreden

In onze nieuwsbrief van januari 2010 berichtte Otto Sleeking al over de Wet implementatie rechtsbeschermingsrichtlijnen aanbesteden (WIRA). Het voorstel voor deze wet is inmiddels behandeld in de Eerste Kamer en op 19 januari jl. aangenomen. Dit laatste is wel onder een voorwaarde gebeurd nadat de Commissie Economische Zaken inhoudelijke vragen heeft gesteld aan de Minister van Economische Zaken (EZ). De WIRA is vervolgens op 19 februari jl. in werking getreden, twee maanden nadat de rechtsbeschermingsrichtlijnen geïmplementeerd hadden moeten zijn. In de tussentijd hadden de rechtsbeschermingsrichtlijnen wel rechtstreekse werking voor ondernemers richting de overheid.

Artikel 20 WIRA

Na de behandeling van het wetsvoorstel door de Commissie voor Economische Zaken, zijn er in het verslag drie vragen aan Maria van der Hoeven, de minister van EZ, gesteld. De vragen zijn door de minister beantwoord en een vraag is vervolgens nog nader behandeld in een briefwisseling tussen de commissie en de minister. Het ging hier om artikel 20 van de WIRA, waarin is bepaald dat wanneer er voor de beslechting van een aanbestedingsgeschil arbitrage is overeengekomen, beroep bij de rechter mogelijk is tegen de arbitrale uitspraak. Er was enige verwarring over het begrip ´beroep´ bij de commissie. Uit het antwoord van de minister blijkt dat met 'beroep bij de rechter' hier de mogelijkheid van vernietiging van het arbitraal vonnis ex artikel 1064 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt bedoeld. De commissie heeft de minister bij brief van 22 december 2009 gevraagd om het begrip "beroep" te vervangen door de vernietigingsbepaling, en verzoekt de minister om wetsvoorstel tot wijziging van het behandelde wetsvoorstel in te dienen bij de Tweede Kamer. De minister heeft in een reactie aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het expliciet in artikel 20 opnemen van deze mogelijkheid tot vernietiging.

Aanpassing WIRA

Nu er haast is geboden met het aannemen van deze wet - de rechtsbeschermingsrichtlijnen hadden namelijk al op 20 december 2009 geïmplementeerd moeten zijn in nationale wetgeving - komt de minister met een alternatieve manier om deze onduidelijkheid in de WIRA te herstellen. Dit alternatief houdt in dat de Eerste Kamer de WIRA in huidige vorm aanneemt, waarbij de minister toezegt om de WIRA op het voornoemde punt aan te passen en een wetsvoorstel daarvoor in te dienen bij de Tweede Kamer. Daarbij streeft de minister naar indiening van dit wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2010. Hierbij speelt mee dat de vernietigingsmogelijkheid nu reeds blijkt uit het verslag bij het wetsvoorstel en ook de nota naar aanleiding van het verslag. Dit zou, totdat de WIRA is aangepast, voor voldoende zekerheid en duidelijkheid zorgen aldus de minister.

WIRA in werking getreden

Het indienen van een geheel nieuw wetsvoorstel bij de Tweede Kamer zou betekenen dat de implementatietermijn nog verder wordt overschreden. Daarmee wordt de bescherming die de WIRA beoogd niet gerealiseerd, zo stelt de minister vast. De Eerste Kamer kan zich hier in ook vinden en het wetsvoorstel voor de WIRA wordt vervolgens aangenomen. De WIRA is op 19 februari jl. in werking getreden. Het wachten is in de tussentijd nog op het wetsvoorstel waarmee artikel 20 WIRA wordt aangepast, al blijkt de betekenis van het artikel tot die tijd reeds nu uit de parlementaire stukken. Kortom: de WIRA is een feit en biedt meer mogelijkheden voor handhaving van het aanbestedingsrecht. Voor meer informatie verwijs ik u nogmaals naar het artikel dat Otto Sleeking over de WIRA schreef in de nieuwsbrief van januari.