Voordeelstoerekening: de verhuller onthuld
De Hoge Raad komt zo nu en dan terug op een eerder gevaren koers. In een recent arrest van 8 juli 2016 (ABB/TenneT) is dat ook het geval. Een schadeveroorzakend feit kan naast schade ook voordeel opleveren. In sommige gevallen kan het voordeel worden verrekend met het nadeel. Dit wordt voordeelstoerekening genoemd. In het in dit artikel te bespreken arrest staat de voordeelstoerekening centraal.
Voordeel als korting op de schade?
Artikel 6:100 BW bepaalt: “Heeft een zelfde gebeurtenis voor de benadeelde naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet, voor zover dit redelijk is, dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in rekening worden gebracht.” Het voordeel dat een schadeveroorzakend feit kan opleveren kan op twee manieren worden benaderd: 1) als korting op het nadeel bij berekening van de schade, of 2) eerst de omvang van het nadeel vaststellen (schade) en vervolgens het voordeel berekenen via artikel 6:100 BW en verrekenen. In de praktijk is de uitkomst hetzelfde. Niettemin heeft het veel pennen in beweging gebracht. De Hoge Raad maakt in het arrest van 8 juli 20162 duidelijk dat het uiteindelijk niet zo relevant is of men de voordelen nu wel of niet buiten het schadebegrip plaatst.
Voordat het ABB/TenneT-arrest werd gewezen, stond niet vast of artikel 6:100 BW gelezen moest worden als een tweetrapsraket. De eerste fase van deze tweetrapsraket zou dan de vaststelling van het conditio-sine-qua-non-verband zijn, in die zin dat zowel het voordeel als het nadeel uit dezelfde gebeurtenis moeten voortkomen. Fase twee zou dan gevormd worden door een redelijkheidstoets die de rechter moet aanleggen. De redelijkheidstoets houdt in dat de rechter de ruimte wordt geboden om te oordelen of de toerekening van het voordeel wel redelijk is.
Lees het volledige artikel:
PIV-Bulletin - Voordeelstoerekening de verhuller onthuld (pdf)
Gepubliceerd in:
PIV-Bulletin / December 2016