Richtlijn Consumentenkrediet geïmplementeerd in Nederland: Belangrijke gevolgen voor aanbieders van consumentenkrediet
Doelstelling
De Richtlijn Consumentenkrediet is op 23 april 2008 tot stand gekomen en dient twee belangrijke doelen. In de eerste plaats is de richtlijn in het leven geroepen vanuit het oogpunt van consumentenbescherming. Een nobel streven in roerige tijden: alleen al in Nederland voldoen 750.000 consumenten heden niet aan hun betalingsverplichtingen uit hoofde van een of meerdere kredietovereenkomsten. Ten tweede moet implementatie van de richtlijn geheel volgens de EU-harmonisatiegedachte de verschillen wegnemen in de wetgeving van de nationale staten.Werkingssfeer – aangepaste definities
Door invoering van de richtlijn zullen het Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet Financieel Toezicht (Wft) en de Wet op het Consumentenkrediet (Wck) worden aangepast. Om te kunnen bepalen of aanbieders van krediet met de nieuwe wetgeving te maken te krijgen, dient te worden bezien wat – onder de nieuwe regelgeving – onder “krediet”, “consument” en “aanbieden” moet worden verstaan. In het BW wordt de kredietovereenkomst na de inwerkingtreding gedefinieerd als een overeenkomst waarbij een kredietgever aan een consument krediet verleent of toezegt in de vorm van uitstel van betaling, een lening of een betalingsfaciliteit. In de Wft laat de wetgever het huidige onderscheid tussen “geldkrediet” en “goederenkrediet” in stand. Geldkrediet ziet op het aan een consument ter beschikking stellen van een geldsom, goederenkrediet heeft betrekking op het verlenen van een dienst of het verschaffen van het genot van een roerende zaak, financieel instrument of beleggingsobject. In de Wck blijven de omschrijvingen van de verschillende vormen van krediet ongewijzigd. Onder “consument” moet “een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep op bedrijf” worden verstaan. Krediet dat wordt verstrekt aan een eenmanszaak valt dus buiten het bereik van de gewijzigde regels. Onder “aanbieden” moet ten slotte worden verstaan: het in de uitoefening van beroep of bedrijf rechtstreeks doen van een voldoende bepaald voorstel tot het als wederpartij aangaan van een overeenkomst met een consument inzake een krediet of het in de uitoefening van een beroep of bedrijf aangaan, beheren of uitvoeren van een dergelijke overeenkomst. Wat valt zo al onder het kredietbegrip? Allereerst kan worden gedacht aan (traditionele) leningen. Ook aankoop van producten waarbij de consument de mogelijkheid krijgt om het product op een later moment te betalen kan ingevolge de Wft worden aangemerkt als een vorm van kredietverlening. Zo vallen bedrijven die de mogelijkheid van uitstel van betaling bieden onder de werkingssfeer van onderhavig regelpakket. Verder ziet het aanbieden van consumentenkrediet bijvoorbeeld op leaseovereenkomsten.Gevolgen van de wetswijziging
Belangrijk gevolg van de wetswijziging is het verdwijnen van de bovengrens uit de Wck: ook kredieten boven € 40.000,00 vallen nu onder de werkingssfeer van de wet. Daarnaast wordt de vrijstelling van consumentenkredietregels voor kredieten met een looptijd korter dan drie maanden gewijzigd in een vrijstelling voor kredieten in de vorm van een geoorloofde debetstand die een looptijd heeft van korter dan één maand. De gewijzigde bepalingen uit de Wft respectievelijk het BW zijn voorts direct van invloed op de dagelijkse praktijk van aanbieders van consumentenkrediet. Een aantal voorbeelden:- Pre-contractuele informatie moet worden verstrekt aan de hand van het Standard European Consumer Credit Information (SECCI). De informatie moet ‘geruime tijd’ voor het aangaan van de kredietovereenkomst worden verstrekt. Aanbieders zijn steeds gebonden aan de informatie die zij aldus hebben verstrekt.
- De regels met betrekking tot de controle van kredietwaardigheid ter voorkoming van overkreditering zijn aangepast; een controle dient ook plaats te vinden als de consument een verzoek indient tot verhoging van een reeds verstrekte kredietfaciliteit.
- De consument krijgt 14 kalenderdagen de tijd om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te ontbinden. Binnen 30 dagen na deze kennisgeving moet hij dan de hoofdsom met daarover lopende rente vanaf de datum van kredietverstrekking terugbetalen.
- De consument heeft het recht kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd te allen tijde kosteloos op te zeggen. Indien een er opzegtermijn wordt overeengekomen mag deze niet langer zijn dan één maand.