NEN-normen: wel of niet algemeen verbindend?
De Woningwet heeft als doel het bevorderen van de bouw van goede woningen. Om die reden stelt de Woningwet allerlei bouwtechnische eisen aan bouwwerken en is in deze wet een stelsel voor bouwvergunningen opgenomen. Onder de Woningwet hangt een aantal Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's), waaronder het Bouwbesluit 2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003. In artikel 44 van de Woningwet is bepaald dat bouwvergunningen die niet voldoen aan het Bouwbesluit 2003 moeten worden geweigerd.
In het Bouwbesluit 2003 en de Regeling Bouwbesluit 2003 zijn technische normen opgenomen waaraan bouwwerken moeten voldoen. Daarbij wordt in veel gevallen verwezen naar de zogenaamde NEN-normen, waarin afspraken zijn neergelegd ten aanzien van bijvoorbeeld bouwconstructies, brandveiligheid en ventilatie. Alle bouwaanvragen in Nederland worden getoetst aan het Bouwbesluit 2003, en dus ook aan de betreffende NEN-normen. Op de NEN-normen, die zijn opgesteld door het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI), rust een auteursrecht. Dat houdt in dat je een NEN-norm moet aanschaffen om daarvan kennis te nemen.
Op 31 december 2008 heeft de rechtbank Den Haag in de zogenaamde 'Knooble'-zaak (LJN: BG8465) geoordeeld dat NEN-normen vanwege de verwijzing in het Bouwbesluit 2003 (en de Regeling Bouwbesluit 2003) een algemeen verbindend karakter hebben gekregen. De NEN-normen zijn evenwel niet op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt conform de Bekendmakingswet. Volgens de rechtbank zijn de normen hierdoor niet in werking getreden en aldus onverbindend.
Het gevolg van deze uitspraak is strikt genomen dat vergunningen niet kunnen worden geweigerd om de reden dat het bouwwerk niet voldoet aan de NEN-normen. De Staat heeft echter tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Den Haag. Volgens de Staat is het systeem waarbij in wetgeving wordt verwezen naar normen deugdelijk en in lijn met de Europese aanpak. Het Ministerie van Justitie heeft in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 9 april 2009 laten weten van oordeel te zijn dat de door de wetgever gevolgde manier van verwijzen in wetgeving naar normen en andere niet van de wetgever afkomstige documenten (zonder bekendmaking van die documenten in het Staatsblad of de Staatscourant) deugdelijk is. Het Ministerie van Justitie stelt zich op het standpunt dat de betreffende wettelijke voorschriften nog gewoon toepasbaar zijn zolang de rechter in laatste instantie niet anders heeft geoordeeld.
In de tussentijd heeft de afdeling bestuursrecht van de rechtbank Den Bosch op 5 februari 2010 (LJN: BL3758) echter anders geoordeeld: de NEN-normen hebben wel verbindende kracht. De rechtbank Den Bosch is eveneens van oordeel dat de NEN-normen zijn aan te merken als algemeen verbindend voorschrift, maar bestaat niet de verplichting tot bekendmaking van deze normen. De wetgever heeft in artikel 3 van de Woningwet een bekendmakingsregeling getroffen die afwijkt van de Bekendmakingswet en die ertoe strekt de NEN-normen door de enkele verwijzing daarnaar het karakter van een algemeen verbindend voorschrift te geven. Volgens de rechtbank en Bosch is het kennelijk de bedoeling van de wetgever geweest om de NEN-normen enkel door middel van verwijzing het karakter van een algemeen verbindend voorschrift te geven.
In een recente uitspraak (29 juli 2010, LJN: BN2936) heeft de voorzieningenrechter rechtbank Groningen geoordeeld dat het verwijzen naar deze normen niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. In deze procedure ging het over de gedeeltelijke ontruiming van een studentenpand in Groningen. De gemeente had vastgesteld dat het pand niet voldeed aan de brandveiligheidseisen uit het Gebruiksbesluit. De huurders waren niet bereid de elektriciteitsvoorzieningen te repareren, rookmelders te plaatsen en brandwerende scheidingswanden aan te brengen. De huurders verweerden zich met de stelling dat de door de gemeente gehanteerde NEN-normen onverbindend moeten worden geacht. De rechtbank Groningen oordeelde evenwel dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden omdat sprake was van de overtreding van het Gebruiksbesluit. Volgens de rechtbank Groningen is het niet ongebruikelijk om te verwijzen naar algemeen geldende normen en richtlijnen. Deze normen zijn naar het oordeel van de rechtbank Groningen algemeen verkrijgbaar en dus voldoende kenbaar.