Een bespreking van de beschikking van de Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem 3 april 2008, LJN: BC9312 (De Roode Roos / De Rooij)
De beslagrekesten
In deze beschikking ging het om een vermeende inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van een webwinkel exploitant (De Roode Roos B.V.). Toen De Roode Roos ontdekte dat circa 1400 van haar foto's en tekstbeschrijvingen van orthomoleculaire voedingssupplementen gekopieerd waren in de webwinkel van De Rooij c.s., wendde zij zich tot de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem met twee beslagrekesten.
Ten eerste wilde De Roode Roos conservatoir bewijsbeslag leggen door een kopie te maken van de elektronische informatie die aanwezig was op alle machines en gegevensdragers die De Rooij c.s. zouden blijken te gebruiken voor het ophalen of opslaan van foto's en tekstbestanden van De Roode Roos. De Roode Roos wilde ook de NAW gegevens hebben van een klant van een ISP met een bepaald IP-adres, omdat zij vermoedde dat de Rooij c.s. die klant was. Voor het geval dat de ISP deze gegevens niet vrijwillig zou afgeven, had De Roode Roos opgenomen in het beslagrekest dat zij bewijsbeslag zou mogen leggen onder de ISP.
Daarnaast wilde De Roode Roos conservatoir bewijsbeslag kunnen leggen door een kopie te maken van bepaalde elektronische informatie die aanwezig zou zijn op de externe harde schijf die De Rooij c.s. gebruikte. Daarbij vroeg De Roode Roos verlof dat de eigenaar van de server toegang zou verlenen. De servers stonden in een ruimte die gehuurd werd van een andere partij en dus vroeg De Roode Roos de rechter te bepalen dat de verhuurder toestemming zou moeten geven om de gehuurde ruimte te betreden. Volgens De Roode Roos volgde deze mogelijkheid uit de artikelen 444-444a Rv. Deze artikelen zijn opgenomen in de titel over executoriaal beslag op roerende zaken die geen registergoederen zijn en geven de deurwaarder de mogelijkheid om elke plaats te betreden en stellen de medewerking van derden verplicht.
Met toepassing van artikel 1019b lid 3 Rv had De Roode Roos verzocht dat geen van de partijen werd gehoord.
De beschikking
De Voorzieningenrechter wijst het leggen van bewijsbeslag onder De Rooij c.s. toe. Het verzoek tot het leggen van beslag onder de ISP, de eigenaar van de externe harde schijf en de verhuurder van de serverruimte wordt echter afgewezen.
De Voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat behoedzaam moet worden omgegaan met het verlenen van verlof voor bewijsbeslag onder derden. Daartegenover staat dat de rechter ook een bepaalde vrijheid heeft in het gelasten van voorlopig bewarende maatregelen. In dit geval maakt de Voorzieningenrechter een afweging tussen enerzijds het eigendomsrecht, waartoe intellectuele eigendomsrechten behoren, en anderzijds het recht op eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens. De Voorzieningenrechter verwijst hierbij naar het arrest Promusicae / Telefonica van januari jl. (HVJ EG 29 januari 2008, C 275/06). Daarin werd bepaald dat de rechter bij het toepassen van regels die voortkomen uit de Handhavingsrichtlijn (zoals artikel 1019b en 1019c Rv) een juist evenwicht moet hanteren tussen deze grondrechten. Daarbij moet de rechter ook algemene beginselen van het gemeenschapsrecht in acht nemen, waaronder vooral het evenredigheidsbeginsel.
Volgens de Voorzieningenrechter valt deze belangenafweging in het voordeel van de derden uit en noemt daarvoor drie argumenten. In de eerste plaats meent de rechter dat verzoeken tot het leggen van bewijsbeslag onder derden, zoals ISP's, op tegenspraak moeten gebeuren. Alleen dan kunnen de derden hun privéleven en hun klanten en hun privacy beschermen. Hieraan is in deze zaak niet voldaan.
Ten tweede is de rechter er niet van overtuigd dat het bewijsmateriaal verloren gaat. Immers, de NAW gegevens kunnen ook op een later moment in kort geding gevorderd worden, zo stelt de Voorzieningenrechter met een verwijzing naar het arrest Lycos / Pessers (RvdW 2005, 133). De gegevens op de server kunnen later ook uit de back-up gehaald worden.
Als laatste argument stelt de Voorzieningenrechter dat artikel 444a Rv niet van toepassing is in dit geval. De server is niet van De Rooij c.s. Daar komt bij dat De Roode Roos zelf had gesteld dat elektronische bestanden geen zaken zijn, terwijl artikel 444a Rv volgens de Voorzieningenrechter slechts van toepassing is op roerende zaken.
Lessen voor de praktijk
De rechter oordeelt mijns inziens terecht dat ISP's en server beheerders de mogelijkheid moeten krijgen om hun belangen en die van hun klanten te behartigen, zeker als er andere manieren zijn om het gevraagde te krijgen. In een beslagrekest voor bewijsbeslag onder derden zou men dus niet het horen van de derden moeten uitsluiten.
Daarnaast zien we in deze beschikking dat de Voorzieningenrechter wel moest aannemen dat artikel 444a Rv niet van toepassing is, omdat het beslagrekest vermeldde dat elektronische bestanden geen zaken zijn. Over dit punt bestaat nog discussie, maar er zijn aanwijzingen om aan te nemen dat elektronische bestanden wel als 'zaken' in civielrechtelijke zin (en 'goed' in strafrechtelijke zin) behandeld moeten worden. Opnemen dat elektronische bestanden geen zaken zijn, is in ieder geval niet aan te raden, zo blijkt uit deze beschikking.