10 Jaar Bibob
De afgelopen 10 jaar zijn bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak ten strijde getrokken tegen ondernemers van wie wordt vermoed dat zij met overheidsbeschikkingen of –opdrachten crimineel geld investeren of strafbare feiten plegen. Op grond van de Wet Bibob kunnen beschikkingen of opdrachten op deze gronden worden geweigerd. Bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak laten zich hiervoor adviseren door het Landelijk Bureau Bibob.
Op 1 juli 2013 is de gewijzigde Wet Bibob in werking getreden. Hieronder wordt aandacht besteed aan de belangrijkste wijzigingen.
Uitbreiding toepassingsbereik
Een opvallende uitbreiding van het toepassingsbereik wordt gevormd door de vastgoedsector. Omdat deze sector kwetsbaar is voor criminaliteit kan de wet ook worden toegepast op transacties als koop, huur en gronduitgifte, en het vestigen van zakelijke rechten. De Bibob-toets kan zowel voor als na het aangaan van de overeenkomst plaatsvinden. Een negatieve uitkomst van de toets kan leiden tot het niet aangaan, opschorten of ontbinden van de overeenkomst.
Om huisjesmelkers aan te kunnen pakken is ook de Huisvestingswet onder de werking van de Wet Bibob gebracht. De onttrekkingsvergunning, splitsingsvergunning en huisvestingsvergunning kunnen nu ook aan een Bibob-toets worden onderworpen.
In de oude Wet Bibob stond een limitatieve opsomming van sectoren waarin de wet kon worden toegepast. Gemeenten kunnen onder de nieuwe wet zelf bepalen op welke gemeentelijke vergunningen ze het Bibob-instrumentarium toepassen.
Andere vergunningen die onder het bereik van de Wet Bibob zijn gebracht, zijn de vergunning voor vuurwerkimporteurs, de kwalibo-erkenning voor bodembeheer, de exploitatievergunning voor kansspelautomaten en de vergunningen in het kader van uitvoer, doorvoer en overdracht van strategische goederen of diensten.
Informatieposities
Alvorens advies wordt gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob moet het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak eigen onderzoek verrichten. Op grond van de nieuwe wet kunnen zij hiervoor zelf politionele, justitiële en strafvorderlijke gegevens over de betrokkene opvragen. Ook kunnen zij gegevens opvragen uit het register van de Wet controle op rechtspersonen. Hun informatiepositie wordt voorts verbeterd doordat zij zich door het Landelijk Bureau Bibob kunnen laten informeren over eerdere adviezen over de betrokkene.
Bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak kunnen gebruik maken van de expertise van de Regionaal Informatie- en Expertisecentra (´RIEC´). De RIEC´s hebben onder de nieuwe wet ook toegang tot Bibob-informatie. Verder is van belang dat de burgemeester gegevens uit een Bibob-advies kan delen met de officier van justitie en het hoofd van de politie. Hierdoor kan hij de informatie uit het Bibob-advies die afkomstig is uit politie-en justitiebronnen checken bij zijn driehoekpartners.
Inzagerecht
Volgens de nieuwe Wet Bibob heeft de betrokkene recht op een afschrift van het Bibob-advies, tenzij het bestuursorgaan een positief besluit neemt. De betrokkene moet wel geheimhouding betrachten over de inhoud van het Bibob-advies.
Andere wijzigingen in het inzagerecht zijn dat de leden van externe bezwaarschriftencommissies en de leden van de Kwaliteitscommissie Bibob dat wettelijke recht nu ook hebben.