Wetsvoorstel bestuurlijke lus in werking getreden
Met ingang van 1 januari 2010 is de "Wet bestuurlijke lus Awb" (hierna: de Wet) in werking getreden. De Wet voorziet in de mogelijkheid voor de bestuursrechter om hangende de beroepsprocedure een tussenuitspraak te doen. Daarmee kan de bestuursrechter het bestuursorgaan hangende de beroepsprocedure in de gelegenheid stellen om eventuele gebreken in het aangevochten besluit te herstellen, alvorens hij einduitspraak doet. Dit moet helpen voorkomen dat besluiten vanwege bijvoorbeeld een motiveringsgebrek of een procedure- of rekenfout worden vernietigd.
Voor de inwerkingtreding van de Wet bestond de mogelijkheid tot het doen van een tussenuitspraak in het bestuursrecht niet. De keuze van de bestuursrechter was beperkt ofwel het besluit in stand laten, ofwel het besluit vernietigen. Na vernietiging rest een bestuursorgaan de mogelijkheid opnieuw een besluit te nemen. Belanghebbenden kunnen daartegen vervolgens rechtsmiddelen aanwenden waarna de bestuursrechter zich opnieuw over het besluit zal moeten buigen. Het behoeft geen betoog dat met herstel van gebreken hangende de beroepsprocedure tijd, moeite en kosten kunnen worden bespaard. De bestuurlijke lus zorgt er ook voor dat het geschillenbeslechtend vermogen van de bestuursrechter toeneemt. Dit alles neemt niet weg dat er in de literatuur ook kritische geluiden te horen zijn.