Ook auteursrecht kent zijn grenzen: Hoge Raad bevestigt uitsluiting techniek
26 februari 2010
Ook auteursrecht kent zijn grenzen: Hoge Raad bevestigt uitsluiting techniek
Werken van letterkunde, wetenschap en kunst
Het 'werkbegrip' is populair. De laatste jaren heeft de Hoge Raad zeker vier keer geoordeeld over het onderwerp waar auteursrecht juristen zich al jarenlang over buigen: het werk. De Auteurswet beschermt van oudsher 'werken van letterkunde, wetenschap en kunst' (artikel 1), maar laat na precies te vermelden wat deze 'werken' zijn. Een verdere aanwijzing is te vinden in artikel 10 van de wet, waar een opsomming wordt gegeven van een aantal voortbrengselen die een werk kunnen zijn (onder andere boeken, muziekwerken, bouwwerken, schilderijen en computerprogramma's), maar deze opsomming wordt gevolgd door de toevoeging '….en in het algemeen ieder voortbrengsel op het gebied van letterkunde, wetenschap of kunst (…)'. Het zijn dus slechts voorbeelden: andere 'werken' zijn ook denkbaar.
Omdat de wet niet voorschrijft wat precies auteursrechtelijk beschermd is en wat niet, en er in het auteursrecht geen depotvereiste geldt zoals bijvoorbeeld in het octrooirecht of het merkenrecht, is veelal niet op voorhand duidelijk of auteursrechtelijke bescherming voor een bepaald product kan worden ingeroepen. In de rechtspraak is geprobeerd om wat meer houvast te geven: in 1991 oordeelde de Hoge Raad dat een voortbrengsel een 'eigen, oorspronkelijk karakter' moest hebben en het 'persoonlijk stempel van de maker' moest dragen om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen (HR 4-1-1991, NJ 1991, 608: Van Dale/Romme). Deze formule, door veel specialisten ook wel liefkozend afgekort tot 'eok & ps', werd de toets voor auteursrechtelijke bescherming. Maar ook aan deze toets moest in ieder afzonderlijk geval opnieuw invulling worden gegeven, waardoor de onzekerheid bleef. Anderzijds bleek uit de rechtspraak dat in Nederland een zeer lage drempel geldt voor de invulling van de werktoets: zelfs van tamelijk banale of niet-creatieve voortbrengselen zoals slagzinnen en televisieprogrammagegevens werd wel aangenomen dat zij voldoende 'eok & ps' bevatten om in aanmerking te komen voor bescherming.
Parfums en gesprekken
De Hoge Raad oordeelde de afgelopen jaren een aantal keer over het werkbegrip, en gaf het meer invulling en duiding. In eerste instantie leek het daarbij te gaan om een verruiming: zo gaf de Raad in de zaak Kecofa/Lancôme aan dat geurstoffen voldoende eok & ps kunnen hebben om een werk te zijn, en oordeelde hij dat ook de achterbankgesprekken van wijlen Willem Endstra mogelijk in aanmerking komen voor bescherming onder het auteursrecht. Inzake Technip overwoog de Hoge Raad dat zelfs een 'kinetisch schema', een schematische weergave van een verzameling chemische reactievergelijkingen, eok & ps kon bezitten en dat het Hof Amsterdam dit had miskend door niet nader te motiveren waarom het bescherming voor zo'n schema had afgewezen. Deze beslissing werd met scepsis ontvangen: zo'n kinetisch schema lijkt weliswaar niet eenvoudig om te maken, maar de vraag is of er wel de vereiste oorspronkelijkheid en persoonlijkheid inzit die kenmerkend is voor het auteursrecht. Een Picasso is het immers niet. De keuzes die de ontwerper van het schema maakt zullen niet zijn ingegeven door diens creativiteit, maar bovenal functioneel bepaald zijn. De vraag is of het nog wel past bij het karakter van het auteursrecht om dit soort functionele, technische voortbrengselen te beschermen, en ook of het auteursrecht hiermee niet teveel opschuift richting het octrooirecht, het rechtsgebied dat bij uitsluiting technische oplossingen beschermt.
Armatuur auteursrechtelijk beschermd?
Deze afweging lag ook ten grondslag aan het arrest van de Hoge Raad van 29 januari jl. Aan de orde was de vraag of Gavita, producent van verlichting voor de tuinbouw, bescherming kon inroepen voor een door haar ontworpen armatuur voor kasverlichting. De Amsterdamse rechtbank had geoordeeld van wel, het Hof van niet, en zo kwam de zaak uiteindelijk bij de Hoge Raad terecht. Deze hield het arrest van het Hof in stand. Het Hof had eerder geoordeeld dat het uiterlijk van de armatuur zozeer het resultaat was van een keuze die door technische uitgangspunten wordt beperkt, dat er geen sprake kon zijn van eok & ps. De creativiteit van de maker van de armatuur wordt volgens het Hof in zo'n grote mate bepaald door technische en functionele vereisten (zo veel mogelijk lichtdoorlating, warmteafvoer, bereikbaarheid van de onderdelen voor reparatie, etc.) dat er geen ruimte meer is voor creatieve keuzes en daarmee voor auteursrechtelijke bescherming. Deze redenering geeft naar het oordeel van de Hoge Raad blijk van een juiste rechtsopvatting, en de klachten van Gavita worden dan ook niet toegewezen. De Hoge Raad maakt er weinig woorden aan vuil - jammer genoeg ook niet aan de klacht van Gavita dat dezelfde functionaliteit ook kan worden bereikt op allerlei andere manieren, als gevolg waarvan voor het uiterlijk van de armatuur wel degelijk creatieve keuzes zouden zijn gemaakt.
Met dit arrest is opnieuw duidelijk geworden dat voor techniek geen plaats is in het auteursrecht: keuzes die worden ingegeven door technische eisen of - uitgangspunten zijn onvoldoende creatief en kunnen niet leiden tot auteursrechtelijke bescherming. Dit wordt tot uitdrukking gebracht met de invulling van het eok & ps criterium, dat in zijn functie als portier de techniek buiten de deur van het auteursrecht moet houden.