Matiging van boete
Bespreking van de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 10 december 2009, Rolnummer CV 08/3090
In diverse commerciële overeenkomsten komen boetebedingen voor. Een boetebeding is kort gezegd een clausule die het bedrag vastlegt dat een contractspartij moet betalen indien hij tekort schiet in de nakoming van (een van) zijn verplichtingen. Een boetebeding kan dienen als prikkel tot nakoming en/of als gefixeerde schadevergoeding.
Artikel 6:94 BW bepaalt dat de rechter op verlangen van de schuldenaar, indien "de billijkheid dit klaarblijkelijk eist", de bedongen boete kan matigen. De Hoge Raad vult in zijn arrest van 27 april 2007 (NJ 2007, 262) dit criterium nader in, door te oordelen dat voor matiging slechts aanleiding bestaat indien het boetebeding tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij moet de rechter niet alleen letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en strekking van het boetebeding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen. Alleen het gegeven dat de boete veel hoger is dan de schade is dus niet genoeg voor matiging.