Het instemmingsrecht van de OR bij het wijzigen van een beloningssysteem
De ondernemingsraad (“OR”) heeft een instemmingsrecht ten aanzien van voorgenomen besluiten inzake het sociale beleid in de onderneming. In de Wet op de Ondernemingsraden (“WOR”) is in artikel 27 WOR een uitputtende lijst opgenomen, waarin onder meer wordt verwezen naar het belonings- en functiewaarderingssysteem. Het is bekend dat het instemmingsrecht van de OR geen betrekking heeft op primaire arbeidsvoorwaarden. Echter, is dat onderscheid tussen primair en secundair wel zo duidelijk? Uit de praktijk blijkt dat dit lang niet altijd het geval is. Recent oordeelde de Kantonrechter Eindhoven in een zaak van ASML over de beloning van het personeel en het instemmingsrecht van de OR (uitspraak d.d. 23 december 2014, ECLI:NL:RBOBR:2014:7954).
Feiten
ASML volgt in de beloning van haar personeel de CAO Metalektro en de CAO voor Hoger Personeel Metalektro, beiden minimum-CAO’s. ASML heeft in het verleden steeds de salarissen van haar werknemers verhoogd met percentages zoals in deze CAO's opgenomen. In artikel 9 van de CAO Hoger Personeel is bepaald dat de salarisverhoging vanaf 1 december 2013 niet geldt voor werknemers met een jaarsalaris inclusief vakantiebijslag vanaf € 90.000 bruto bij voltijd. Per 1 december 2013 heeft ASML de salarissen van de groep werknemers met een jaarsalaris van meer dan € 90.000 bruto wel verhoogd in lijn met de CAO. Echter, per 1 augustus 2014 heeft ASML geen salarisverhoging meer toegekend aan deze groep werknemers. Als gebaar heeft ASML een eenmalige 'lumpsum' aangeboden aan deze groep. Ook heeft zij de bruto (basis)maandbedragen in de salarisschalen, ook die vanaf €90.000,- bruto, verhoogd. ASML stelt dat er met haar besluit geen sprake is van het wijzigen van haar beloningssysteem. Bovendien stelt zij dat de hoogte van de beloning als primaire arbeidsvoorwaarde buiten de reikwijdte van het instemmingsrecht valt, omdat de onderlinge rangorde tussen de salarisschalen door het volgen van de verplichte cao-verhogingen niet ingrijpend wijzigt. De OR betwist dit en doet een beroep op de nietigheid van het besluit. De OR vordert een verklaring voor recht dat het besluit van ASML instemmingsplichtig is op grond van artikel 27 WOR.Uitspraak kantonrechter
De kantonrechter oordeelt dat ASML met haar besluit het karakter van het beloningssysteem wijzigt. Door per 1 augustus 2014 ten aanzien van de groep werknemers met een jaarsalaris vanaf € 90.000,- bruto geen salarisverhoging op grond van de CAO toe te kennen, terwijl dat voorheen wel gebeurde, wijzigt ASML het tot dan toe algemene (voor alle werknemers geldende) en permanente (door de jaren heen gebruikte) karakter van het beloningssysteem. Hierdoor verandert voor de groep werknemers met een jaarsalaris vanaf € 90.000,- bruto vanaf 1 augustus 2014 hun situatie ten opzichte van werknemers met een lager salaris. De eigen keuze van ASML om het onderscheid uit de CAO voor Hoger Personeel te volgen ten aanzien van de salarissen maar niet ten aanzien van de bruto (basis) maandbedragen in de salarisschalen heeft tot gevolg dat de binnen ASML bestaande beloningssystematiek wijzigt. Er is daarmee sprake van een instemmingsplichtig besluit waarvoor geen instemming is gevraagd. Het besluit van ASML is derhalve nietig en de kantonrechter verbiedt ASML om hieraan uitvoering te geven.Tips
- Of sprake is van een primaire arbeidsvoorwaarde is lang niet altijd even duidelijk. Goed om te onthouden is dat het instemmingsrecht alleen ziet op de limitatieve gronden uit de wet, zoals bijvoorbeeld beloningssystemen.
- Beloningssystemen zijn systemen om beloningen te berekenen en aan bepaalde functies toe te kennen. Zij hebben betrekking op de onderlinge rangorde van de beloningen, bijvoorbeeld door indeling in loongroepen of salarisschalen. Een wijziging in de onderlinge rangorde is instemmingsplichtig.
- Als de werkgever een instemmingsplichtig besluit (waarvoor de OR tijdig de nietigheid heeft ingeroepen) toch wil doorvoeren, dan kan de werkgever vervangende toestemming vragen aan de kantonrechter.