Billijkheidscorrectie bij proportionele aansprakelijkheid
Hoge Raad 14 december 2012, LJN BX8349
Essentie
De billijkheidscorrectie kan bij proportionele aansprakelijkheid niet leiden tot een groter percentage aansprakelijkheid dan is vastgesteld op basis van de veroorzakingskans.Samenvatting
X lijdt aan spastische klachten als gevolg van een hersenbeschadiging. Deze hersenbeschadiging heeft twee mogelijke oorzaken: een auto-ongeluk dat de moeder van X is overkomen toen zij zwanger was van X of een zuurstoftekort vlak na zijn geboorte. Het staat vast dat de aangesproken verzekeraar aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeluk. De vraag is nog óf de schade van X gevolg is van het ongeluk. Zowel rechtbank als hof hebben in de zaak afgedaan met toepassing van proportionele aansprakelijkheid. Op grond van verschillende deskundigenberichten schatten zij de kans dat het ongeluk de schade heeft veroorzaakt op 50%. De rechtbank veroordeelt de verzekeraar daarom tot vergoeding van 50% van de schade. Het hof meent dat er nog aanleiding bestaat om dit percentage te vergroten tot 60% door (analoge toepassing van) de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 BW. De verzekeraar stelt dat laatste van het hof oordeel ter discussie bij de Hoge Raad. De Hoge Raad verduidelijkt in zijn arrest op een aantal punten hoe proportionele aansprakelijkheid in de zin van HR 31 maart 2006 (LJN AU6092) moet worden toegepast.- Proportionele aansprakelijkheid betekent aansprakelijkheid naar rato van de kans dat de normschending de schade heeft veroorzaakt. De hoogte van het percentage aansprakelijkheid is een gemotiveerde schatting, zo nodig na deskundige voorlichting.
- Bij het toepassen van proportionele aansprakelijkheid is terughoudendheid geboden. De rechter dient te motiveren waarom hij de regel toepast, waarbij hij onder meer betrekt: de aard van de geschonden norm en de aard van de normschending, waar ook de aard van de geleden schade onder valt.
- Het percentage aansprakelijkheid dat de uitkomst is van de schatting van de veroorzakingskans, kan niet worden vergroot op grond van (analoge toepassing van) de billijkheidscorrectie van artikel 6:101 BW.
- Artikel 6:101 BW kan wel worden toegepast als de oorzaak waarvoor de aansprakelijke partij aansprakelijk is, mede een gevolg is van gedragingen van de benadeelde, die niet (kunnen) zijn meegewogen in het kader van de proportionele aansprakelijkheid. In dat geval vindt – binnen het toegekende percentage – verdeling op grond van artikel 6:101 BW op de gebruikelijke wijze plaats, maar dit kan er niet toe leiden dat de aansprakelijke partij een groter deel van de schade voor zijn rekening krijgt, dan uit de proportionele verdeling volgt.