Zijn passende werkzaamheden bedongen arbeid geworden?
Een bespreking van Kantonrechter Eindhoven, 10 juli 20089, LJN BD 6908
Bedongen arbeid
Een werknemer heeft recht op loon als hij de bedongen arbeid niet uitoefent vanwege arbeidsongeschiktheid door ziekte. De bedongen arbeid is het werk dat partijen expliciet zijn overeengekomen. Een werknemer die in het kader van re-integratie aangepaste werkzaamheden verricht, behoudt dus zijn recht op loon, omdat hij de bedongen arbeid niet verricht wegens arbeidsongeschiktheid. De loondoorbetalingverplichting voor de werkgever geldt gedurende 104 weken. Indien een werknemer na 104 weken niet in staat is om de bedongen arbeid te verrichten en gedurende de aangepaste werkzaamheden wederom arbeidsongeschikt wordt wegens andere klachten, kan hij geen aanspraak maken op doorbetaling van loon. De eerste arbeidsongeschiktheid duurt immers nog altijd voort en de 104 weken loondoorbetalingverplichting zijn voorbij.De feiten in de uitspraak
De werkneemster werkt voor een uitzendbureau als callcenter-medewerkster. Als gevolg van een burn-out valt zij op 18 juli 2005 uit. Op 29 mei 2006 gaat de werkneemster passende arbeid verrichten. De bedrijfsarts verklaart haar in juli 2006 volledig arbeidsgeschikt voor de aangepaste werkzaamheden. Zij is echter wel nog arbeidsongeschikt voor de bedongen arbeid. In maart 2007 heeft de werkneemster klachten aan haar pols, als gevolg waarvan zij vanaf april 2007 langere tijd uitvalt. Haar werkgever stopt op 15 juli 2007 het loon met de mededeling dat de wachttijd van 104 weken, gedurende welke hij het loon aan de werkneemster diende door te betalen op grond van artikel 7:629 lid 1 BW, voorbij is. De werkneemster vordert loondoorbetaling. Zij stelt dat de wachttijd van 104 weken doorbroken is, aangezien zij in juli 2006 volledig hersteld is verklaard door de bedrijfsarts. Tevens is de werkneemster van mening dat de wachttijd is doorbroken, omdat de aangepaste werkzaamheden als de bedongen arbeid moet worden aangemerkt.Het oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter stelt de werkgever in het gelijk en wijst de loonvordering van de werkneemster af. De kantonrechter benadrukt dat de werkneemster niet volledig hersteld is voor het verrichten van de bedongen arbeid als callcenter-medewerkster. Verder stelt de kantonrechter ten aanzien van de doorbreking van de wachttijd, dat de bedongen arbeid niet expliciet en ook niet stilzwijgend is gewijzigd. De kantonrechter benadrukt in dat kader dat een stilzwijgende wijziging van de arbeidsovereenkomst niet snel mag worden aangenomen. De arbeidsovereenkomst blijft bij aanvaarding van passende werkzaamheden onverkort in stand, waardoor de wachttijd van 104 weken niet is doorbroken. Als gevolg van het voorgaande heeft de werkneemster na 15 juli 2007 dan ook geen recht meer op loon.Tips:
- Maak duidelijke afspraken ten aanzien van de status van de passende werkzaamheden die een werknemer tijdens arbeidsongeschiktheid verricht. Problemen en discussies betreffende de bedongen arbeid en de duur van de loondoorbetalingverplichting kunnen hierdoor worden voorkomen.
- Indien partijen overeenkomen dat de passende arbeid bedongen arbeid wordt, dient dat expliciet overeengekomen te worden. Een stilzwijgende wijziging van de arbeidsovereenkomst mag niet snel worden aangenomen.
- Wees alert op het gegeven dat een werkgever na 104 weken wachttijd geen loondoorbetalingverplichting meer heeft, indien de arbeidsongeschiktheid nog steeds voortduurt en de werknemer wederom ziek uitvalt. Dit verandert niet, indien de werknemer tijdens het verrichten van passende werkzaamheden uitvalt wegens andere klachten.